Bijzondere dieren
In open stuifzandgebieden komen onder andere Boomleeuwerik en Duinpieper voor. Voor de meer begroeide droge heidegebieden zijn Tapuit en Roodborsttapuit karakteristiek. Op de overgang naar bossen kan de zeldzame Nachtzwaluw worden gezien.
Drassige delen van de heide worden in de trektijd door veel steltlopers gebruikt al Grutto, Tureluur en Watersnip. Deze soorten komen hier ook wel tot broeden. Ruige terreindelen met veel braamstruweel dienen als broedgebied voor de zeer zeldzame Grauwe Klauwier.
Vennen met open water zijn het broedgebied van onder andere Zwarte stern, Geoorde fuut, Dodaars en Wintertaling. In de oeverzone komt de Bruine Kiekendief tot broeden.
De omvangrijke bossen zijn een uitstekend broedgebied voor roofvogels en uilen zoals Wespendief, Buizerd, Havik,Sperwer en Ransuil. De Boomvalk broedt vooral aan de randen van de bossen en in de heide. In de bossen zijn vijf soorten spechten waargenomen. Andere bijzondere broedvogels van bossen zijn onder andere Barmsijs, Appelvink, Nachtegaal en Kruisbek. Uiteraard zijn de bossen van groot belang voor tal van meer 'gewone' zangvogels als Zwarte mees, Bonte vliegenvanger, Groenling en Tuinfluiter.
In de trektijd wordt het Drents-Friese Wold aangedaan door tal van vogelsoorten. Hiervan vallen vooral de Rietgans en roofvogels als Blauwe kiekendief en Slechtvalk op.
Kleine kruipertjes en bonte vlinders
Een gevarieerd natuurgebied geeft veel insectensoorten de ruimte. Ook in het Drents-Friese Wold komen honderden soorten insecten voor. Opvallende groepen zijn loopkevers, libellen en dagvlinders. Vooral dagvlinders zijn makkelijk te zien. Een bijzondere vlinder is het Gentiaanblauwtje. Dit vlindertje zet haar eitjes alleen af op de prachtige Klokjesgentiaan. Knoopmieren zorgen daarna voor de rups en de pop. Zonder mieren of gentiaan kunnen Gentiaanblauwtjes hier niet leven. Andere typerende vlinder van het heidelandschap zijn Heideblauwtje, Heivlinder en de Kleine vuurvlinder. In de bossen kan de Eikepage worden gezien. Dit vlindertje is vooral te vinden op Vuilboom en Zomereik. In april en mei zijn natte graslanden met Pinksterbloem het leefgebied van het fel gekleurde Oranjetipje.
Reptielen en amfibieën in het water en op het land
Het Drents-Friese Wold is een goed ontwikkeld gebied voor reptielen en amfibieën. Adder en Kleine hagedis zijn vrij algemeen. De Zandhagedis komt ook voor, maar is zeldzaam. Op natte plaatsen zoals vennen vinden we Hei- en Groene kikker, maar ook enkele salamandersoorten zoals de Kleine watersalamander.